|
||||||||
Wie in het Brusselse al eens een stapje in de wereld zet en de kleinere zaaltjes niet schuwt, heeft een redelijke kans om daar al op een concert van Lola Bonfanti gestoten te zijn. Deze jongedame is namelijk -om het met wat zin voor understatement te zeggen- nogal actief in en om onze hoofdstad, waar ze in coverbands als Bruxelles-Aires Tango Orchestra; Two Tone Seven, Med Orchestra, Zebra of La Malanga de meest uiteenlopende genres beoefent, van tango en jazz tot swing en salsa. Dat is een goeie leerschool voor een zangeres, zeker als die nogal frêle blijkt te zijn en dus de aandacht moet verdienen met haar stem, eerder dan met de klankkast, die er omheen gebouwd is. Het heeft even geduurd voor de veelzijdige zangeres voor de muziek koos, want ze probeerde eerst ook andere genres uit: zowel film, theater als dans passeerden de revue, maar uiteindelijk werd het toch de muziek. Daar was ze al heel vroeg mee begonnen: op haar zesde vroeg en kreeg ze een viool, die ze bespeelde tot ze klassieke zang ging volgen en intussen zichzelf contrabas leerde spelen, wat duidelijk makkelijk is om te combineren met zang. Een jaar of vijf geleden ging Lola ook muziek schrijven en werd haar gevraagd de soundtrack te schrijven voor “Voyage” en voor het paardenspektakel “Cavale”. Ongeveer rond die tijd zette ze ook haar huidige begeleidingsband Cobalt in de steigers, werd ze lid van de band Joy as a Toy en schreef ook muziek voor een wetenschappelijke conference van Marie-Odile Monchicourt, een wetenschapsjournaliste, die je vaak op France Inter kunt zien en die avondvullende shows rond wetenschap op poten zet onder de noemer “Laborigins”. Best een bezig bijtje dus, die Lola, die hier dus debuteert met een soort mini-album met begeleiding, in afwachting dat haar echt soloproject, met alleen maar zang en contrabas, later dit jaar zou moeten verschijnen. Begeleid door kompanen Yvan Rother (gitaar), Ben Tequi (drums) en Victor Abel (toetsen) en met een met een gastrol voor de hier volledig onbekende, maar bijzonder boeiende folkie Ivan Tirtiaux, van wie dezer dagen overigens de tweede plaat verschijnt, zingt Lola zeven zelfgeschreven songs die eigenlijk één lange suite vormen. De titel van de plaat is niet toevallig gekozen: bij “Octobre” denk je aan stilaan korter en kouder wordende dagen, die symbool staan voor gevoelens als nostalgie en aanverwante: de tinten worden een beetje grijsbruin, de contrasten een tikkeltje kleiner, het zomergewoel neemt af en de winterse rust kondigt zich langzaam aan. De chansons, die overigens getuigen van doorgedreven gevoel voor “het woord”, zijn uitermate geschikt voor knetterende haardvuren in grote huizen of kleine kasteeltjes: de begeleiding is doorgaans even sober en mooi als de lay out van het cd-hoesje en alles wordt in het werk gesteld om alle aandacht naar de stem van Lola te laten gaan. Want dat is uiteindelijk waar het om draait: hier staat een Zangeres met grote Z, die heel lenig en wendbaar de fraaiste stukjes literatuur kan vertolken en die je, weliswaar niet van de eerste keer, meeneemt naar haar universum, waar de rotsen geen echo meer terugsturen en geen vogels meer vliegen, zoals het klinkt in “Over”. De boodschap is duidelijk: er is meer dan datgene wat we kunnen waarnemen, en we moeten proberen “de zachte leegte” te vinden. Erg mooi nummer, dat, zoals zes van de zeven tracks van de plaat slechts één woord als titel heeft. Zo zijn er “Mer”, “Nina”, “Clown”, “Rouge”, “Peau” en uitschieter “Mme Sauvage”. “Nina” is een prachtig liedje over een jongetje dat zich meisje voelt en ook een meisje wil zijn en dat absoluut niet misstaan zou hebben op de soundtrack van “Girl”. “Clown” klinkt bijzonder verrassend: je bent eraan gewend dat er achter de figuur die zijn publiek doet lachen een intense tristesse schuilgaat, maar Lola draait de rollen om: ze beschrijft hoe de clown, nadat zijn schmink heeft afgeveegd en terug in jeans aan de bar gaat staan, zich amuseert bij het zien van die zwalpende wezens, die zich aan de bar vasthouden, als was het de reling van het schip van het leven waarop ze zitten en dat op het punt staat te vergaan. Heel mooi arrangement ook, dat fijntjes contrasteert met het uiterst breekbare “Mme Sauvage” dat erop volgt en dat een term bevat, die ik in jaren niet meer gehoord had “tu t’effaces à tire-d’aile”..; Wie zo’n woord in een liedjestekst kan gebruiken, die heeft veel gelezen, me dunkt en dat verklaart de prachtige tekst, die “Rouge” is, een nummer geschreven vanuit het standpunt van een prostituée, die avond na avond de rode lampenkap laat gloren “pour avaler sans coeur vos amertumes blanches”. Zo’n beeldspraak, da’s toch gewoon Kunst? Natuurlijk: Lola mag kennelijk graag naar de donkere kantjes van de mens en zijn gedragingen kijken en dat zij door zoveel schoonheid weet uit te puren, vind ik heel sterk. De vrouw lijkt me zo jong en toch straalt ze zoveel wijsheid en levenservaring uit. Ik hoop helemaal voor haar dat niet alles uit haal liedjes autobiografisch is. Anderzijds: we hebben met deze “Octobre” een pracht van een plaat, die doet verlangen naar “meer”, zeker omdat ze eindigt met, naar mijn gevoel, het mooiste nummer van allemaal: “Peau”, dat de condition humaine perfect samenvat in nauwelijks honderd woorden: “dans les plis de ma peau, glisse-moi tes sourires et le temps d’un duo, n’ayons plus peur de vivre”. Ik wou dat ik zoiets zelf kon bedenken…en u zal me al wel begrepen hebben: het is, als de wereld een beetje rechtvaardig in elkaar zit, een kwestie van tijd eer deze heerlijke dichteres/zangeres/muzikante ook aan onze kant van de taalgrens opgemerkt wordt. Ze verdient het tout à fait, want dit is een prachtige debuutplaat! (Dani Heyvaert) |
||||||||
|
||||||||